Ervaringsverhaal

Leen Droogendijk

De contactgroep Visuele beperking voorziet in een behoefte. Dat is duidelijk te merken wanneer we elkaar na een halfjaar weer tegen komen. ‘Hoe gaat het?’ klinkt dan overal.

Waar komt dat vandaan, dat voorzien in een behoefte? Ten eerste komen de bezoekers van een lotgenotenbijeenkomst overal vandaan. Tussentijds treft men elkaar weinig. De app-groep zorgt soms even voor contact. Enkele tientallen bezoekers zijn er bij een bijeenkomst altijd wel. Maar wie er zijn, dat wisselt. Dat maakt een bijeenkomst trouwens ook leuk, met nieuwe en oude gezichten. De partners zijn er uiteraard meestal ook bij.

Wat in de praktijk eveneens sterk varieert, is de mate van onze beperking. Er zijn bezoekers die volledig blind zijn. Slechtziende bezoekers kunnen zich soms nog aardig redden. En bij sommigen loopt het zicht terug. Het kan heel fijn zijn om hierin ervaringen te delen.

De maatschappij stelt richting mensen met een visuele beperking steeds lastiger eisen. Denk maar aan de voorthollende digitalisering. Wanneer we elkaar weer eens treffen op een bijeenkomst, wordt dikwijls de vraag gesteld: ‘Hoe doe jij dat nou?’ Of: ‘Waar loop jij tegenop?’ Leerzaam is ook elkaars hulpmiddelen te vergelijken. Een commissie bereidt de bijeenkomsten goed voor. Er wordt gezorgd voor een bonte afwisseling van inhoudelijke onderwerpen. Daarnaast zijn er ontmoetingen die wat meer op een uitje lijken.

Kortom: Het is leuk en goed om als direct betrokkene of als ‘partner van’ aan deze lotgenotengroep van mensen met een beperking deel te nemen.