Bijeenkomst 25 maart 2017
Dominee A.J. de Waard sprak over: 'Mijn beeld... in Gods oog'.
Opening
We zingen psalm 119: 36 en luisteren naar het lezen van 2 Korinthe 12:1-10. Dhr. Wagemaker spreekt een openingswoord.
Het gaat niet goed in de gemeente van Korinthe. Er zijn dwaalleraars en Paulus' ambtelijke bediening wordt betwist. Dan gaat Paulus iets vertellen uit zijn persoonlijk leven. Hij heeft onuitsprekelijke dingen gezien. Dáár roemt hij niet in. Nee, het gaat om de eer van de Heere en het welzijn van de gemeente. Paulus ontving van de Heere een doorn in zijn vlees en die doorn betekende een groot kruis voor hem. Driemaal bad hij om wegneming ervan en hij kreeg als antwoord: 'Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.' Dat betekent niet, dat nu alles gemakkelijk gaat. Maar het is genoeg, om uw kruis te dragen. In de wereld gaat het om eer, geld, kracht, gezondheid. En Paulus roemt in zijn zwakheid. Ik vermag alle dingen, door Christus Die mij kracht geeft. Wij hebben allemaal onze kruisen. De beperking kan zo moeilijk zijn. Zelfs al missen wij het leven met de Heere, dan kunnen we toch Zijn ondersteuning ervaren in het dagelijks leven. Echter ten diepste missen we dan toch alles. Vrienden, smeek toch om dat leven te mogen kennen. Bij het sterven mocht Paulus zijn doorn afleggen. En de Heere wiste alle tranen van zijn ogen af. We zingen psalm 42:3, waarna dominee De Waard het woord krijgt.
Lezing
De dominee vertelt over een jongen van 9 jaar die chemokuren krijgt in de Daniël den Hoedkliniek. Zo te zien kent hij niets van de boodschap van de Bijbel. Zijn moeder probeerde hem iets leuks te bieden. Maar hij had er geen zin in. Een stukje appeltaart dan? Een zucht: 'Doe dan maar...'
Een ander voorbeeld: twee patiënten praten met elkaar over de angst, omdat de één slechte boodschap ontving. Zijn gespreksgenoot slaat de arm om zijn schouder en zegt: 'Ik zal vanavond een kaarsje voor je branden.' Meer was er niet te zeggen...
Wat een voorrecht, dat wij de Bijbel mogen kennen! De dominee probeert naast de Schrift, wat praktische voorbeelden te geven. Hij haalt aan Psalm 139: over mijn beeld... in Gods oog. We zongen psalm 119: 36 't Is goed voor mij, verdrukt te zijn geweest. Mooi dat te kunnen zeggen als je eráchter staat. Maar zo moeilijk, als het nog niet voorbij is.
David noemt in Psalm 139: 2 'Gij weet mijn zitten en mijn opstaan.' Dat kan voor ons (aanwezigen) juist een worsteling zijn: mijn opstaan. Juist met de beperking is het opstaan al moeilijk. Wist ik maar, dat de Heere van me afweet! 'Gij verstaat van verre mijn gedachten.' Ook over mijn beperking.
Wat een diepe woorden: de dichter heeft een levend besef van Gods aanwezigheid (vers 7, 8, 9, 10). David zegt: Eén staat overal boven. Hij kent mij vanaf het allereerste begin. Wij zijn recht uit Gods handen voortgekomen. Door de zonde zijn ook de beperkingen gekomen. Hebben we dat persoonlijk geleerd? David heeft geleerd dat hij er mag zijn in Gods oog – ondanks al zijn zonde en schuld – om de arbeid van Christus. Paulus had dat ook geleerd: 'Mijn genade is u genoeg.' En de doorn bleef steken.
Welke beperking we ook hebben, God weet ervan. Het staat in Gods boek. Vinden wij de Catechismuszondagen 9 en 10 ook zo moeilijk? Het is zo makkelijk gezegd: 'Het zijn geen mensen die het je aandoen.' Of: 'Dat je maar mag afleren 'waarom' te vragen en te leren 'waartoe'.' Dat is waar, maar de Bijbel geeft ook voorbeelden van de waarom-vragen van Gods kinderen.
Vers 17/18: mijn beeld... in Gods oog. Ten diepste kun je de troost hiervan alleen ervaren als je mag weten van Gods genadewerk in je leven.
Voor we pauzeren, zingen we psalm 139: 14.
Vraagbespreking
Op de school van Gods Geest blijven de vervolglessen onmisbaar ('leid mij op de eeuwige weg'). Nodig is dat dit telkens weer waargemaakt mag worden, zegt de dominee bij de vragenbeantwoording.
Heeft de dominee gemakkelijker ingang in het pastoraat vanwege zijn eigen ziekte en persoonlijke ervaringen daaronder? Ja; je verstaat elkaar als het bijvoorbeeld gaat over moeheid. Het geeft niet, als het even stil is in een gesprek. Het is zo fijn, als er iemand naar je luistert.
Heeft de ziekte uw geestelijk leven verdiept? Ja; als je letterlijk voor de Rechter van hemel en aarde geplaatst wordt en mag horen: Ik zie zo één aan in het Borgwerk van Mijn geliefde Zoon. De bede blijft wel nodig: Leid mij op de eeuwige weg.
Er wordt een vraag gesteld over de drukking van de melk die boter voortbrengt (Spreuken 30: 33). De Heere gebruikt bepaalde noden in het leven. Psalm 119:36 't Is goed voor mij, verdrukt te zijn geweest. Dit gaat vaak wel in een diepe weg...
Drukking van boter, dat gebeurt met kracht. Als de Heere balsem giet in de wond, wil dat niet zeggen dat de wond niet blijvend zeer doet.
Iemand vraagt: ‘als ik Gods ondersteuning mocht ervaren in beperking en rouw, hoe weet ik, of dit zaligmakend is voor mij?’ Dan verbindt die weg mij aan de troon der genade. Dan komt Paulus met zijn doorn vérder: 'Mijn genade is u genoeg.' Dan mag je bij tijden de Heere erkennen, dat Hij je zo'n druk-weg geschonken heeft.
Een andere vraag gaat over de doornenkroon van Christus. Deze was Paulus tot zegen. Eén van die doornen heeft Hij aan Paulus gegeven en daar lag zo'n zegen in: 'Mijn genade is u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.'
Om nu maar te smeken: 'Heere, mag mijn kruis, mijn beperking tot eeuwige zegen voor me zijn?'
Dominee vertelt over een schaap dat in de vaart terecht kwam. Een helper duwt het angstige en spartelende schaap verder de sloot in! De dominee stond er verbijsterd naar te kijken. Toen het schaap geen grond meer onder de poten voelde, gaf het zich over. En het schaap kon zo gered worden. Daarin ligt ook zo een les voor het geestelijk leven.
Sluiting
We zingen ter afsluiting psalm 93:4 en de dominee sluit met gebed.
We kijken terug op een indrukwekkende en leerzame middag!
Deze keer was de hele kaarten-tafel leeggekocht voor Helpende Handen. De mooiste kaart werd gestuurd naar mevrouw De Waard. Zij kon er vanwege ziekte niet bij zijn. Dominee nam de bloemen voor haar mee.