Blogs
04 november 2019 - Bert Regterschot

à Dieu

Bert Regterschot

Puzzelt u wel eens?
Daarbij denk ik niet aan het passen en meten, weghalen en weer terugleggen van houten figuurtjes. Daar zijn we als peuter onze puzzelloopbaan mee begonnen. De puzzelstukken werden steeds kleiner en het aantal stukjes steeds groter. Er zijn legpuzzel-fanaten die watertanden bij het zien van een doos met 1000! stukjes. (Het uitroepteken staat er op de doos niet voor niks achter).

Laat ik het verklappen: Bij die puzzelaars hoor ik niet. Als er gepuzzeld moet worden, dan met woorden. Denksport zogezegd. Kruiswoordraadsels, Filippines, Zweedse raadsels… ze oefenen een magische aantrekkingskracht op mij uit. En dan cryptogrammen. Dat is pas echt denksport!
Voor puzzelen moet je de tijd nemen. Dan moet je die tijd wel hebben. Maar dat ligt in het verschiet: Mijn dienstverband bij Helpende Handen is ten einde. De pensioengerechtigde leeftijd is aangebroken.

In de aanloop naar die levensfase heeft mijn vrouw me een puzzelboekje gegeven. Honderd grote en kleinere kruiswoordraadsels, duizenden witte hokjes, roepen om letters, denkrimpels, doorhalingen en verbeteringen.
Als je er een stuk of wat heb opgelost komt de vaart erin. Verrassend vaak kom je een Bijbelse figuur tegen: “Priester” (drie letters) is Eli. “Reus” (vier letters) is Enak. Meestal zijn dat ‘randfiguren’: ze staan aan de buitenkant van het diagram en vullen de overgebleven ruimte.
“Populaire groet” (vijf letters)… Niet zo moeilijk: “Aju”, of “Atjuu” of “Ajuus”. Dat laatste is het goede woord. Het past in de hokjes.

Nee, het bedenken kost niet veel tijd. Het erover nádenken wel. Hoe vaak beseffen we wat we zeggen? Neem nou de afscheidsgroet: “Aju”. In Kampen, waar ik geboren ben, klinkt het als: “Now, aju ‘eur!” (nou, aju hoor).
Het is een verbastering van een leenwoord uit het Frans: à Dieu. Een heerlijke groet die zoveel zegt als: “God zij met u.” Of, meer in de tale Kanaäns: “Gode bevolen.”

Het is een goede tijd geweest bij Helpende Handen! De mensen voor wie we het mogen doen houden een warm plekje in m’n hart. Voor de honderden vrijwilligers heb ik grote waardering. Mijn collega’s zijn mijn vrienden. Er is alle reden voor dankbaarheid en verwondering.
Daarom maak ik het kort. Uit de grond van mijn hart: “à Dieu”.

OUDERE BLOGS